Woensdag 10 juni Comus – Espezel
Comus, een klein gehucht geplakt tegen een heuvelrug telt nog
ca. 30 locals, waarvan het merendeel + 90
en + 80, de rest van de huizen zijn vakantiewoningen. Net zoals in veel
van deze achtergebleven dorpjes.
Anna Prades, een kranige 70er runt hier al 35 jaar de Gîte
Communal en heeft dus het prille begin van de Sentier Cathare meegemaakt, nu 25
jaar geleden. In Comus is er trouwens de splitsing tussen de Sentier Cathare die oostelijk richting
Middellandse Zee loopt en de Route des
Bonhommes die de enige échte vluchtroute zuidelijk was van de Katharen over
de Pyreneeën naar het gastvrije Spanje, dat de Kathaarse herders zo goed kenden
van hun jaarlijkse transhumance zomertrek voor hun kudden schapen. Ik heb
gekozen voor de eerste, gezien de vele ruïnes en kastelen op die route die de
geschiedenis van de Katharen vertelt. Als u meer wil weten over het leven der
Katharen raad ik zeker het boek ‘Montaillou’ aan (dorpje dicht bij Comus) van
Emmanuel Le Roy Ladurie, een 500 blz. turf die ik meezeul en zo snel mogelijk
wil achterlaten wegens overgewicht…
Gisteren was ik weerom de enige gast en voor vanavond is er
niemand geboekt, Madame Anna zal dan ook haar deuren sluiten die – toen ik er
gisteren rond 13 uur aankwam – wijdopen stonden. Toen ik haar opbelde om mijn
aankomst te melden, deelde ze me mee dat ze pas tegen 17 uur zou arriveren. Je
moet het in België maar eens proberen om voordeur, achterdeur, keuken,
slaapkamers enz een ganse dag open te laten !
En ja, voor het avondeten wordt ik weer op franse wijze
uitgebreid verwend met een homemade aperitief op basis van gentiaanwortel (!),
pittige saucisson uit Andorra en een gigantische veau de blanc schotel met
karaf wijn en plaatselijke kazen als toetje. ’s Nachts protesteert mijn
darmgestel natuurlijk voor zoveel heerlijks, maar ik weet nu al dat desondanks
het overvloedig zweten onderweg ik hier niet zal verhongeren, laat staan
vermageren.
Voor vandaag staat een 20 km op het menu met overbrugging
van het hoogste punt voor deze trektocht: de Col de la Gargante (1352m) waarna zich een hoogplateau ontvouwt waarop
ik een 360° panorama krijg van de streek en de bergen, met de burcht van
Montsegur westelijk en de route van
gisteren die ik van hieruit kan reconstrueren. Vanaf de Col gaat het
hoofdzakelijk in dalende lijn wat maakt dat ik de afstand van vandaag in
evenveel tijd afleg als de 14 van gisteren. Waarmee ik bedoel dat het in de
bergen niet zozeer aankomt op het aantal kilometers, maar eerder op de
looptijd, bepaald door het stijg/daalpercentage van de route. Stijgen doe je
gemiddeld 250m per uur, dalen 400 om een idee te geven.
Uiteindelijk slaag ik er na 4 dagen stappen toch in om
verkeerd te lopen (dank u nonchalante franse wegaanduidingen) en moet ik de
laatste kilometers langs een drukke baan over asfalt lopen, wat zo’n
tegenstrijdig gevoel geeft tgo de koele bospaden en de weiden vol bloeiende
lentebloemen en kruiden.
Espezel, eindbestemming voor vandaag, doet zijn siësta zoals
die vele kleine Languedoc dorpjes, niets beweegt. Na het dagelijks ritueel van
aankomst, zijnde: rugzak afladen, douchke nemen met ingebouwde wassessie voor
kousen, shirt en wandelbroek (nu wel heel erg modderig na dagen bos- en
moddergeploeter) doe ik een rondje locale verkenning.
In het enige open etablissement valt mijn oog direct op een
uitgebreide tentoonstelling belgische bieren, voorwaar hier huist een belg van
Aalst en al 10 jaar eigenaar van een hotel/bar/restaurant met de grappige naam:
100 unigue. Blijkt dat er heel wat belgen in deze streek hun stek gevonden
hebben. Er staan dan ook tientallen huizen te koop. Geen zin gekregen in la vie
tranquille van een dorp dat slaapt van ’s ochtends tot ’s avonds ? Leuk als
tussendoortje misschien maar permanent toch een doorbijter van jewelste me
dunkt !
Wil dit zeggen dat de smaak van de bier en de plas van de jongen min of meer hetzelvde zijn? Ik ben altijd van die meening. (-:
BeantwoordenVerwijderen