Chambres d'hôtes Sous l'Abricotier in Durban wordt gerund door Bertrand, een aristocraat uit Marseille en Valerie, dochter van een grote wijnboer uit de Corbière. Het huisje herbergt een schat aan boeken en schilderijen die elk plaatsje denkbaar innemen.
Het avondmaal vindt plaats in de gezellige patio rechtover het huis, waar de oude abrikozenboom zijn armen uitstrekt over bijna gans de oppervlakte, maar jammer genoeg dit jaar geen vruchten draagt.
Het is nochtans het seizoen ervoor, de voorbije dagen is het me vaak als toetje gepresenteerd, met dank om zoveel natuurlijke sappigheid.
Er zijn ook 2 belgen uit Antwerpen aanwezig, resident in de streek met een gekochte schapenstal annex 10 ha grond, leraren op pensioen, teruggetrokken in la douce france zonder water, maar met zonne-energie. Aangespoelden, quoi.
Het is het duurste logement dat ik tot nu toe betaalde op de Sentier Cathare, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een lekkere homemade aperitief op basis van witte wijn, eau de vie, kaneel & vanillesuiker en citroen. Twintig dagen laten fermenteren en dan filteren. Heerlijk !
Het wordt gevolgd door een bio salade recht uit de tuin, met mengeling van eieren, garnalen en appelen als voorgerecht. Bijpassende frisse rosé uit de Corbière.
Daarna een immense schotel gambas à volonté, waar weerom een droge witte Corbière bijhoort. Omdat de sfeer en de conversatie nu écht op peil geraakt, diept Bertrand een Castel Maure anno 2003 uit zijn keldertje om de kaasschotel van geitenkaas en een Epoisses Gaury te vergezellen.
Afsluiter wordt een grote coupe glace, vanille met streekvruchten.
Om maar te zeggen: een sterrenrestaurant is er niets bij vergeleken zoveel heerlijkheid. Verhongeren langs de Sentier Cathare zal je zeker niet !
Om 8.30 begin ik aan de laatste en langste etappe richting zee. Ze komt nu echt heel dichtbij als ik eerst nog enkele heuvels en rotspartijen verwerk, die eerder aanvoelen als teasers, een op de proef stellen van je geduld en spieren. Ik steun meer dan ooit op mijn 2 getrouwe wandelstokken, zij die me op zovele tochten hebben ondersteund: al meer dan 10 jaar van bij het begin met de Tour du Mont Blanc, en zovele Alpen en Pyreneeën-cols later. Die me behoedt hebben van een lelijke uitschuiver op een gletsjer rond Monte Rosa waarvan één stok nadien blijvend gehandicapt is gebleven (een niet meer uitschuifbaar gedeelte). Stokken die vaak mee het gewicht van de rugzak ondersteunden, ook vandaag wanneer de kilometers vreten aan de schouders en rug.
Als randonneur geraak je snel gehecht aan die kleine zaken, maar ze zijn oh zo belangrijk voor het goedvoelen onderweg. Goed schoeisel bijvoorbeeld: meer dan zijn geld waard: 2 jaar geleden de Himalaya's rond Poon Hill mee bedwongen en vorig naar nog stapgezellen in de Canadese Rockies. Mochten bottines kunnen vertellen, ach.
Dit verhaal van een trektocht komt ten einde, de laatste 10 kilometer over de schaduwloze plateau's vol mega windmolens en getjirp van duizenden cycladen (krekels) is er teveel aan. Ik vecht tegen de hitte, de vermoeidheid en de pijnlijke schouders en rug omwille van elke kilo die er één teveel is.
Maar ik bereik mijn doel, in het zicht van Port-la-Nouvelle zweef ik door de illusie dat het nu voorbij is. Ik heb mijn weg gevonden, ik ga naar huis.
Dank lieve lezer(es) om dat stuk mee op weg te zijn geweest.
Dank aan de vele sponsors die een bijdrage leverden voor steun aan een mooi project in Nepal.
Om het met de woorden van Bram Vermeulen te zeggen: misschien heb ik een kleine steen verlegd.
https://youtu.be/_A7pTfsNzI0
Geen opmerkingen:
Een reactie posten