vrijdag 19 juni 2015

The aftermath

Wachtende mensen op een perron,
graffiti schreeuwt de armoede uit
"on est pas là pour trier les lentilles"

Vandaag met sandalen aan richting Narbonne de toerist uithangen zonder rugzak, maar met een handige tas van Discogs, zonnecrème en camera.
Andere geluiden plots, andere vibraties. Dit is ook een bos waardoor je een route moet vinden, maar van een heel andere dimensie. Steegjes met pannengolvende daken, schaduwen langs de muren van de kathedraal, architecturale magie. Een stad vol jeugdige zonnigheid.
Ik moet hier weg, dit is mijn habitat niet, stilte is absent, teveel indrukken, impressies, overstelping.
De overgang is te bruusk en zoek de zee op en het geluid van de golven.

The aftermath
Staren naar de zee van water en wolken,
zand dat striemt door de Tramontane
eeuwige wind, de roep van de bergen
geen routewijzers, enkel azuurblauwe einder
genieten van het niets
en een 45 smaken glace achteraf.

https://youtu.be/QhMt9V1rKdo 
Talking heads - Listening wind


donderdag 18 juni 2015

Een kleine steen verlegd

Chambres d'hôtes Sous l'Abricotier in Durban wordt gerund door Bertrand, een aristocraat uit Marseille en Valerie,  dochter van een grote wijnboer uit de Corbière. Het huisje herbergt een schat aan boeken en schilderijen die elk plaatsje denkbaar innemen.
Het avondmaal vindt plaats in de gezellige patio rechtover het huis, waar de oude abrikozenboom zijn armen uitstrekt over bijna gans de oppervlakte, maar jammer genoeg dit jaar geen vruchten draagt.
Het is nochtans het seizoen ervoor, de voorbije dagen is het me vaak als toetje gepresenteerd, met dank om zoveel natuurlijke sappigheid.
Er zijn ook 2 belgen uit Antwerpen aanwezig, resident in de streek met een gekochte schapenstal annex 10 ha grond, leraren op pensioen, teruggetrokken in la douce france zonder water, maar met zonne-energie. Aangespoelden, quoi.
Het is het duurste logement dat ik tot nu toe betaalde op de Sentier Cathare, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een lekkere homemade aperitief op basis van witte wijn, eau de vie, kaneel & vanillesuiker en citroen. Twintig dagen laten fermenteren en dan filteren. Heerlijk !
Het wordt gevolgd door een bio salade recht uit de tuin, met mengeling van eieren, garnalen en appelen als voorgerecht. Bijpassende frisse rosé uit de Corbière.
Daarna een immense schotel gambas à volonté, waar weerom een droge witte Corbière bijhoort. Omdat de sfeer en de conversatie nu écht op peil geraakt, diept Bertrand een Castel Maure anno 2003 uit zijn keldertje om de kaasschotel van geitenkaas en een Epoisses Gaury te vergezellen.
Afsluiter wordt een grote coupe glace, vanille met streekvruchten.
Om maar te zeggen: een sterrenrestaurant is er niets bij vergeleken zoveel heerlijkheid. Verhongeren langs de Sentier Cathare zal je zeker niet !

Om 8.30 begin ik aan de laatste en langste etappe richting zee. Ze komt nu echt heel dichtbij als ik eerst nog enkele heuvels en rotspartijen verwerk, die eerder aanvoelen als teasers, een op de proef stellen van je geduld en spieren. Ik steun meer dan ooit op mijn 2 getrouwe wandelstokken, zij die me op zovele tochten hebben ondersteund: al meer dan 10 jaar van bij het begin met de Tour du Mont Blanc, en zovele Alpen en Pyreneeën-cols later. Die me behoedt hebben van een lelijke uitschuiver  op een gletsjer rond Monte Rosa waarvan één stok nadien blijvend gehandicapt is gebleven (een niet meer uitschuifbaar gedeelte). Stokken die vaak mee het gewicht van de rugzak ondersteunden, ook vandaag wanneer de kilometers vreten aan de schouders en rug.
Als randonneur geraak je snel gehecht aan die kleine zaken, maar ze zijn oh zo belangrijk voor het goedvoelen onderweg. Goed schoeisel bijvoorbeeld: meer dan zijn geld waard: 2 jaar geleden de Himalaya's rond Poon Hill mee bedwongen en vorig naar nog stapgezellen in de Canadese Rockies. Mochten bottines kunnen vertellen, ach.

Dit verhaal van een trektocht komt ten einde, de laatste 10 kilometer over de schaduwloze plateau's vol mega windmolens en getjirp van duizenden cycladen (krekels) is er teveel aan. Ik vecht tegen de hitte, de vermoeidheid en de pijnlijke schouders en rug omwille van elke kilo die er één teveel is.
Maar ik bereik mijn doel, in het zicht van Port-la-Nouvelle zweef ik door de illusie dat het nu voorbij is. Ik heb mijn weg gevonden, ik ga naar huis.

Dank lieve lezer(es) om dat stuk  mee op weg te zijn geweest.
Dank aan de vele sponsors die een bijdrage leverden voor steun aan een mooi project in Nepal.
Om het met de woorden van Bram Vermeulen te zeggen: misschien heb ik een kleine steen verlegd.
https://youtu.be/_A7pTfsNzI0 









woensdag 17 juni 2015

Gekwelde zielen

Gekwelde zielen op zoek naar verlossing, zijn zij het die ik hier constant ontmoet ?
In de gîte Saint Roch is het weer van dat - Elisabeth, gearriveerd in de seventies in de naweeën van peace, love & freedom op zoek naar het nirwana onder vorm van de zuidfranse zon en de goedkope prijzen voor een ruïne of schapenstal. Eigenhandig omgebouwd, eerst tot woonst, paarden in de wei en daarna - wanneer de Sentier Cathare 25 jaar geleden ontstond - op de wagen gesprongen van de chambres d'hôtes, gîtes, refuges or whatever - als het maar geld in het laadje bracht dat intussen ver leeg was. Om uiteindelijk te scheiden en eventueel in combine te gaan leven met een ook moegestreden ziel. De prijs van de vrijheid is blijkbaar hoog.
Het avondmaal wordt gedeeld met een zwitser, muziekleraar én gescheiden, tesamen met zijn fiancée, ex-geitenhoedster uit de Ardèche én gescheiden.
Heeft de sixties dan niets opgebracht ?
Ik trek me terug in mijn kamertje, niet zonder lichte paniek om mijn gsm die met een smak op de bricolé vloer is terechtgekomen en mijn 3 pogingen tot Pincode weigert, blokkeert en om mijn Pukcode vraagt. Alsof ik nog geen bagage genoeg meesleur.
Gelukkig is er op de godvergeten heuvel hoog boven Tuchan nog internetverbinding én vaste telefoon, zodat een oplossing in de maak is. Of anders maar zonder, er resten tenslotte nog maar enkele dagen voor ik weer in België ben met alle privacy-instellingen, wachtwoorden en Pukcodes vandien.

Om 8 u ben ik de deur uit, richting noordoost met 28 km voor de boeg, al geeft de wegwijzer van de D611 aan het einde van het dorp 17 km aan. Maar ik weet intussen: de GR volgt zijn eigen wetten, liefst zoveel mogelijk heuvel op, heuvel af. Met gevolg dat ik vandaag soms niet meer weet wat noord-oost-zuid of west is; temeer daar ik vanaf nu zonder stafkaart 1:25.000 loop (1cm = 250m) maar met de overzichtskaart  van de Sentier Cathare 1:55.000 (1cm = 550m)
Maar het loopt goed, na 4 uur bereik ik Embres-et-Castelmaure, een klein dorp waar ik pauzeer om het laatste blikje zalm met tarwebiscuits te verorberen, kwestie van de koolhydraten en mineralen aan te vullen.
Er wacht me trouwens nog een serieuze klim in de broeierige middagzon naar de Pic de Miraille met zijn Mariabeeld on top. Twee kilometer die met het dubbele kosten, aangezien ik de zeldzame GR aanduidingen mis wat me eerst een rondje wijngaardlopen oplevert, daarna een klimmend overgroeid pad dat eindigt bij bijenkorven, om tenslotte weer te dalen naar het punt waar het mis begon te gaan. Kompas en spiedende ogen naar iets of wat aanduiding, levert me de goede richting op.
Na 9 u stappen bereik ik Duchan, op en top mediteraan van outlook, niet zonder eerst verschrikt te worden door een adder die midden op een zandwegeltje zijn siësta houdt.

Mijn opdracht is bijna volbracht, er rest me nog 30km naar de zee en na de inspanningen van vandaag en de hitte die me lam slaat, vraag ik me af of dit allemaal geen zelfkwelling is.
Toegegeven, je wandelt voortdurend door ruw-prachtige natuur, ontmoet interessante mensen en bouwt ervaringen op die - eenmaal terug thuis - zullen vervagen tot once-in-a-lifetime herinneringen.
Is er een ingebouwd gen dat ons - randonneurs van het leven - doet kiezen voor een vorm van zelfkastijding ? Waarom wierpen de Katharen zich nog liever  vrijwillig op de brandstapel in plaats van hun principes af te zweren ?
Ook ik ben zoekende, wij allen, om in tegenwil van toe te geven aan conformisme onze eigen weg te gaan. Guido Belcanto waarvan ik gisteravond een héél bemoedigend PB op mijn Facebook kreeg, doet het ook - hij beklimt vandaag de Tourmalet en ik weet: hij zal er geraken.
De wil is sterker dan het vlees, zoveel is zeker.
Laat dit 1 levensles zijn die ik meedraag vanover berg, heuvel en dal: er is een innerlijke kracht die ons voortstuwt, het komt erop aan ze af en toe terug op te zoeken en affirmatie te krijgen met het waarom we hier zijn: wegen die mekaar kruisen, een ogenblik stil staan, een eind meelopen, delen, mensen ontmoeten mensen, ik ontmoet mezelf.





dinsdag 16 juni 2015

Transmontane


’s Nachts steekt de Transmontane op, een consistente hevige wind typisch voor de Pyreneeën en vergelijkbaar met de mistral uit de Rhône-vallei. Gelukkig voor mij waait hij de goede kant op – van de bergen naar de zee – en zal hij me in de rug voortstuwen.

Vanuit Duilhac gaat het in dalende lijn tot Cucugnan, bekend geraakt door het verhaal van de pastoor die door Alphonse Daudet beschreven wordt in “Les lettres de mon moulin”, indertijd nog verplichte schoollectuur… Ik laat de pastoor slapen want verderop doemt het kasteel van Queribus op, adelaar op een smalle rotspunt 728m hoog. Even is er twijfel of ik die 300m steile helling nog bij ga nemen, aangezien de route vandaag al behoorlijk lang is. Maar het vooruitzicht op een bezoek aan het laatste bolwerk der Katharen haalt me overstag. Men had me gewaarschuwd, het IS een steile klim, over griezelkiezel paadjes, diep uitgesneden door de voorbije regens. Maar boven wacht een mooie beloning: de Pyreneeën rechts in volle glorie en oostelijk in de verte de zilveren schittering van de Middellandse Zee. Ongelooflijk dat 80 km ons hier nog scheidt.
Wat rest is een bloedhete tocht langs het rotsmassief voorbij Padern en de wijnvelden die de vallei rond Tuchan versieren. 8 uur stappen vandaag, nog 2 dagen met zo’n 29 km elk, de koelende wouden van rond Roquefixade en Montsegur hebben plaatsgemaakt voor middelhoog struikgewas en grassen, beschutting quasi nihil. Ik zal blij zijn mijn voeten in de zee te baden. Het kamertje dat ik vanavond betrek in de gîte Saint Roch, 2 km buiten Tuchan, begint trouwens behoorlijk vermuft te ruiken door al de bezwete kledij, desondanks dagelijkse spoelbeurten. Is het daarom dat de schotse stappers eergisteren me met aandrang vroegen naar een wasserette in elk dorp of stadje dat ik gepasseerd was op de Katharenroute ?







 

maandag 15 juni 2015

Jack Nicholson en Guido Belcanto on a blue monday

Jack Nicholson zit in de gîte Benjamin te Prugnanes tegenover mij aan het overtreffelijk avondmaal. Ik zwee het, dezelfde face, rollende ogen, scheve bekketrekken als hij met me praat. Alleen spreekt hij voortreffelijk frans... ik probeer nog in de intonatie van zijn stem een amerikaans accent te vinden, maar hopeloos:: dit is ongetwijfeld zijn dubbelganger. En ik betwijfel of Jack hooikoorts heet.
Een handtekening vragen is dus compleet overbodig.

Om 8 uur de deur uit want dit wordt een lange dag; de overige 100 km verspreid over 4 dagen trouwens ook. En zoals door eerder relaas van passanten op de Sentier komen de pijnpunten van de nieuwe GR vandaag naar boven.
Op de Col de Lenti gaat het plots fout en voor ik het goed besef, daal ik teveel zuidelijk af tussen wijngaarden richting Saint Paul de Fenouillet. Op het eerste aarden wegeltje dat ik tegenkom, probeer ik me te heroriënteren en vermoed dat  als ik noordelijk loop de aansluiting weer vinden zal met de GR36. Na goed 3 km stopt het wegeltje aan een gesloten hekken en grommende honden. Dedju.
Uit frustratie biep ik mijn buzzer op hen los. Zou ik het onzichtbaar paadje links volgen of terugkeren op mijn stappen ? Ik kies voor het laatstue, loop de 3 km terug en nog eens 3 km verder tot aan de rand van St.Paul en kies terug noordelijk richting Gorges de Galamus, waar een rivier op me wacht waarvan de passerelle weggespoeld is door de overvloedige regens van de laatste dagen én vorige week een nederlandse toeriste verdronken is door de plotse regenvloed. Doordat de brug verdwenen is, moet de randonneur kniehoog door de rivier waden. Eén passant vertelde me zelfs dat hij heuphoog tijdens de regenval vreesde te kapseizen midden de kolkende stroom.
Zwarte herinneringen komen boven aan wat een idyllisch trektochtje jungle had kunne zijn in Cuba, waar we bij het begin van een bergop wandeling een lieftallig beekje dienden over te steken dat - door de plots opkomende regenvlagen in één klap transformeerde in een kolkende massa water die we - god behoede - middelhoog wadend handje-in-handje konden oversteken.

Maar soit, de verloren kilometers stapelen zich intussen op - door in een grote V noord-zuid-noord te lopen, komen er ineens 10 km bij op de teller. De Gorges de Galamus en het voetbad in de rivier l'Agly laat ik links liggen tot ik uiteindelijk aansluiting vindt met de GR 36. Noordoost nu bergop naar het Plateau de Brezou 500m omhoog. Het is nu middag en de zon slaat ongenadig toe. Na de sombere voorbije dagen hoef ik nu ook weer niet te klagen, ik heb om de zon gesmeekt en zal het geweten hebben. De camelbag met 2 liter water is zo leeg, maar vanaf het Plateau duikt in de verte de ruïnes van Peyrepertuse op.
Halverwege de zigzag kronkelende toegangsweg hou ik het niet meer van de warmte, zoek de schutting van een zeldzame boom, smeer me in met sunblok factor 50 en zie een fietstoerist in maillot jaune voorbijkruipen. "Allez y" moedig ik hem nog an en merk vanop de rugzijde het Merkx t-shirt met belgisch vlagje en de hagelwitte lange haardos vanonder zijn fietshelm uitsteken. Euh, vergis ik me hier of doet de hitte me hallucineren? Ik pak snel mijn boeltje (nou 15 kg), stap ik hogere versnelling naar boven - eindeloos - tot ik hem op de parking aan de kasteelruïne weer bijbeen.
Dag Mister Guido Belcanto himself. Handjeschudden, babbeltje doen, simpathieke mens, mag ik een fotooke. It's my pleasure. Handjeschudden, mekaar succes wensen, toffe koersfiets eigenhandig van Pantani gekregen, nu 14 jaar geleden, in 2008 overleden, ja ik heb je tv-uitzending gezien.
Hij bergaf richting Tourmalet, ik bergop ingang kasteel van Peyrepertuse.

Zoals alle forten die toegeschreven worden aan de bloeitijd van de Katharen, behoorde ook deze immense rotsburcht tot de verdedigingsgordel van het koninkrijk Aragon.
Boven heerst de wind en de geesten van longtime. Ik berg mijn zonnehoed. De plek heeft - als je de (van de beklimming) nahijgende toeristen wegcijfert, een zéér magische aantrekkingskracht.
Als een arendsoog 360° over het immens deinende landschap.
Is dat de Canigou (2874m) die ik zuidelijk in de nevels ontwaar ? Weerom herinneringen die me overvallen aan de nu 8jaar geleden trektocht langs de GR 10 vanaf de Atlantische Oceaan in Hendaye (Baskenland) naar Banuyls aan de Méditerannée waarbij ik de Canigou beklom en - na bijna 6 weken onderweg - uitzicht kreeg op het eindpunt: de zee. Een magisch moment (lees de blog: http://coast-to-coast.skynetblog.be/ erop na
Naar het schijnt heb ik morgen weerom kijk op de Méditerannée, weliswaar bescheidener in hoogte door de dalende heuvels, maar toch - gevoelsmatig een hoogtepunt.





zondag 14 juni 2015

On the road


 
Aigues Bonnes, verscholen tussen de beboste heuvels van de Serre de la Quière beslaat 2 huizen, bewoond door broer en zus en een koppel koeien en honden. Honden alomtegenwoordig in deze streken en af en toe haal ik mijn buzzer tevoorschijn, een handig ultrasoon apparaatje waarmee ik die agressievelingen het zwijgen opleg. Voorwaar een prima toestelletje !

Ik deelde de gîte met 3 fransen die de Sentier volgens het boekje afleggen. Nuttig in beider geval om praktische info uit te wisselen over de aanstaande etappes tot aan de zee en andersom de door mij al afgelegde route. Blijkbaar zijn er menig pijnpunten onderweg, sedeert de Sentier afgelopen januari veranderd is in een GR (Groot Routepad) met vervanging van de oude Sentier-aanduidingen geel-blauw in de nieuwe rood-witte strepen, eigen aan de GR’s. Maar u raadt het al: nog niet overal is het consequent aangepast. Op de route van vandaag na Caudiès-de-Fenouillèdes loopt het dan ook compleet in het honderd. Ik botste in het stadje toevallig op Stefan en Francoise (Quirbajou) die van een zelden moment gebruik maken om eens te gaan wandelen, blijkbaar hebben geitenboeren ook eens behoefte om te ontstressen van de dagelijkse besognes. Ik loop met hen een eindje mee langs de wit-rode markeringen, tot ik besef dat deze route helemaal niet oostwaarts loopt maar definitief naar het westen. Dan maar teruggekeerd tot aan de rand van het stadje om met kompas en stafkaart richting oost te lopen en zonder me van welke markering ook iets aan te trekken mijn eigen koers te varen. Het loont en dat werkt altijd opbeurend, temeer daar de  zon nu volop schijnt, en ik me afvraag hoeveel dagen het geleden is dat ik zonder donderwolken en regen op de Sentier loop.
Dagen die na een week en 150 km stappen beginnen te vervagen in ondefinieerbare vergetelheid. Plaatsnamen die ik niet meer weet te situeren in de stroom van continuïteit.
Infeite wat overblijft is de weg die afgelegd werd en de weg die nog komt, of zoals in het Zen-Boeddhisme gezegd wordt: de weg is het doel. Het onderweg zijn vormt nog het enige dat de geest vult en de beleving hiervan essentieel. Geen betere ervaring om in het hier-en-nu te leven dan 150 km on the road.





zaterdag 13 juni 2015

Van wereldverbeteraars en geitehoeders

De "Gîte la Maison Jaune" van Stefan en Francoise herbergt nog 1 randonneur André van Québec, die de Sentier in de andere richting aflegt. Zoals iedereen het hier trouwens volgens de topo-guide doet: van de zee naar de Pyreneeën. Eén koppige belg die het andersom doet, yes me.
Even situeren: round table latenight: Stefan, Francoise, André en ik dus.
Stefan, 70-er, vroeger oceanograaf en bibliothecaris heeft de consumptie maatschappij een 10tal jaren vaarwel gezegd en hoedt hier op deze rotspartij zijn geiten en schapen, maakt kazen en houdt van zijn vast dagritme en de avondgesprekken met de passanten op de Sentier.
André, de Quebecois, blijkt vroeger advokaat geweest te zijn en komt er tijdens de tafelgesprekken voor uit 100% overtuigd katholiek te zijn en doet de Sentier als een pelerinage om als kristen vergiffenis te vragen voor wat de katholieke kerk de Katharen heeft aangedaan...meer dan 800 jaar te laat, maar soit...
Het hoeft niet gezegd dat - mede door de lokale wijn die rijkelijk vloeit - de gesprekken verwilderen tot hoogdravende theoriën over fanatisme, democratie, godsdienst, onze planeet, en al de rest dat ik vergeten ben. Om maar te zeggen: zet 2 of 3 intellectuelen bij mekaar en binnen de kortste keren heb je avondvullende animatie: een advocaat die koste wat kost zijn gelijk wil en een ex-wetenschapper die bewijzen aanvoert van het tegendeel. Heerlijk toch,  ergens in de middle of nowhere een gehucht bewoond door artiesten, muzikanten en vreemde vogels die het zelfbeschikkingsrecht hebben omarmd en als bijna-kluizenaar op hun berg leven.
Faut le faire, maar nogmaals not my cup of tea.

Over halfweg
Vanaf vanochtend, grijs bij het ontwaken maar met een schuchtere zon onderweg, zal de helft van deze tocht erop zitten, in afstand wellicht - nog een 125 km en 6 dagen stappen richting zee.
Het andersom afleggen van de Sentier heeft zo zijn voordelen. Zoals vandaag bijvoorbeeld: vanaf het hoogplateau van Quirbajou (810m) naar beneden, oostwaarts richting zee. De hoogtes van de cols duiken nu onder de 500 m om binnen enkele dagen te eindigen op zeeniveau. Tenzij die ene laatste 3 km vanuit Puilaurens (met z'n machige burchtruïne bovenop een hoge kalkrots)
naar de gîte voor vanavond in Aigues Bonnes, een klim goed voor zo'n 10 fitnessbeurten als je het zweetpercentage in acht neemt.


vrijdag 12 juni 2015

Rendez vous des troubadours


 
Het kasteel van Puivert, rendez vous plaats der troubadours ten tijde vóór de Kruistochten heeft een schitterende kapittelzaal met beeltenissen van middeleeuwse muzikanten als steunstenen voor het dakgewelf, indrukwekkend. En als toetje voert men in de kerker een geketend geraamte ten tonele, grappig.
Op de terugweg passeer ik een artisanale brasserie “Du Quercorb”, uitgebaar door een engels koppel. Donkere en blonde hopbieren, ik kan aan ééntje toch niet weerstaan, tenslotte kom ik toch uit le royaume des bières, non ?

Terug aangekomen bij mijn slaapplaats voor gisternacht “Le Relais des Marionnettes” val ik dan weer in de volgende verbazing: onder de gîte bevindt zich een ruim atelier waar de uitbater 30 jaar marionnetten heeft gecreëerd totdat de chinezen hem uit de markt concurreerden met goedkope brol. De ruimte is nokvol gevuld met handgemaakte poppen, groot en klein, in hout en klei, schuiven vol karakterkopjes, en rekken kleurrijke stoffen voor de kleren, écht ongelooflijk. De artiest des huizes (zelf een beetje op een harlekijn-figuur lijkend) zal ons bij het aperitief vermaken met een hilarisch showtje. Mijn aandringen om een paar van z’n kopjes te kopen, helpt voor geen moer, hij koestert zijn creatieve herinneringen als koekebroodjes.

To rain or not to rain

“Celui qui lit trop le metéo, restera au bistro” - een waarheid als een koe – maar ondanks dreigende wolken zet ik zo vroeg mogelijk koers richting de Col du Sarrat Blazy (1145m) vanuit Puivert zo’n 600m stijgen. In La Fage bij een fonteintje met pastoraal tafereel verdwijn ik in de mist en de laaghangende wolken. Niet zoals regen aanvoelend, maar toch voldoende voor nattigheid alom. Dan maar mijn galloches aangetrokken (beenbeschermers) waar ik me in Brugge mee als een idioot zou voelen, maar hier geen mens naar kraait. Bovenop de Col wacht me een weids panorama van…één tint grijze leegte, niet de moeite voor een stop.

Monotoon is het wel, dus probeer ik een liedje te fluiten om de saaiheid te verdrijven. Iets wat je in de Canadese Rockies verplicht bent te doen (of luid spreken) om de beren je passage te melden, die horen en ruiken je namelijk van op een kilometer afstand. Hier enkel everzwijnen, te zien aan de vele plekken omgewoelde aarde op de Sentier, maar ook die houden zich bij zoveel mistigheid gedeisd.

Na 6 uur stappen kom ik aan in Quirbajou, een slapend gehucht met zo’n 50 inwoners en verandert de grijsheid in gestage regenbuien. Binnen in de gîte ‘La Maison Jaune’ laat ik het hete water van de douche over me stromen, nat zal ik zijn vandaag, maar dan toch liever op deze manier.

Kan iemand vanuit het zonovergoten België een pakketje zon sito presto sturen richting Languedoc ?

 

donderdag 11 juni 2015

Le temps des cerises

's Morgens word ik wakker met een houten kop...of toch niet: wel met houten benen, het eerste uur alvast dat de stramme spieren me er doen uitzien als een houten klaas. Dat brengt me een gesprek in herinnering met 'n klein pezig opaatje die ik op mijn tocht rond de Mont Blanc (210 km) 's ochtends bij ontbijt in een hoge berghut ontmoette. Hij had ruim 2 maanden daarvoor zijn huis in Duitsland verlaten om te voet naar de Middellandse Zee te stappen (?!). Aangezien ik op dat moment nog weinig ervaring had met lange trektochten, vroeg ik hem of hij geen last had van stramheid en zeker na zo'n afstand stappen. Natuurlijk, gaf hij toe, maar je loopt dat er de eerste kilometers zo weer uit. Zijn woorden zinderen nog altijd na als ik vandaag rond 8.30 de deur van de Relais du Pays de Sault uitstap richting Puivert. Ik heb sedertdien nooit meer gepanikeerd bij het ontwaken met houten benen.

Ik had er al vaak langs de route wilde gegeten, maar aan de grote kersenboom in de tuin van de Relais de Marionettes in Puivert kan ik niet weerstaan aan handvolle grepen zoetigheid. Ook hier wijdopen deuren - bij afwezigheid van de gîtehouders - onder het motto "soyez bienvenue et installez-vous en attendant".
Het was dan ook vroeg na de middag dat ik de afstand Espezel - Puivert had afgelegd, op tijd om de broeierige hitte enigszins voor te zijn. De route liep grotendeels door het grote woud van Picaussel waar zich een zwarte bladzijde in de franse oorlogsgeschiedenis heeft afgespeeld als schuiloord der maquisards, een grote verzetsgroep met verschillende sabotages en aanslagen op hun conto. Als represaille voor hun hulp aan de verzetslieden werd het naburig gehucht Lescale in 1944 door de duitsers platgebrand.

Dit is ook het gebied waar beren en wolven huisden, maar tot nu toe ben ik - buiten enkele Sentier trekkers - niets tegengekomen, alleen wordt ik telkens uitvoerig begeleid door de repetitieve keelklanken van onze gevleugelde broeders & zusters, af en toe onderbroken door een deuntje dat zich sedert vanochtend in mijn hoofd heeft genesteld, in dit geval Jeff Beck's "Feeling alone" maar eergisteren was het "zie ginds komt de stoomboot" dat door  middel van het klokkenspel van het kerkje van Montferrier zich tot vervelens toe had vastgebeten.
Over beten gesproken, tot nu toe ben ik gevrijwaard gebleven van de beruchte "punaises de lit" waarvan Google me leert dat het "bedwantsen" zijn (bekijk de aardige foto's eens op internet...).
Maar ik blijf alert en controleer regelmatig mijn benen op tekenbeten, want die zijn hier op de grassige paadjes wél omnipresent. En voor adders, maar met mijn stapstokken maai ik de weg vrij voor mijn voeten zodat ze kunnen gaan lopen, sorry wegglippen, mocht het zich voordoen.

De bergen worden stilaan grote heuvels, ik ben intussen gedaald tot op 485 m, enkel morgen wacht nog een stevige Col du Sarrat Blazy (1145m) langs de zuidelijke variant van de Sentier Cathare die tot in Duilhac loopt met z'n schitterende burchtruïne van Peyrepertuse.
Maar eerst wacht me het fort van Puivert, of zou ik kiezen voor een middagje platte rust aan het grote meer Fontclaire, dat ik net ben gepasseerd?

woensdag 10 juni 2015

Het leven zoals het is


Woensdag 10 juni Comus – Espezel

Comus,  een klein gehucht geplakt tegen een heuvelrug telt nog ca. 30 locals, waarvan het merendeel + 90  en + 80, de rest van de huizen zijn vakantiewoningen. Net zoals in veel van deze achtergebleven dorpjes.

Anna Prades, een kranige 70er runt hier al 35 jaar de Gîte Communal en heeft dus het prille begin van de Sentier Cathare meegemaakt, nu 25 jaar geleden. In Comus is er trouwens de splitsing tussen de Sentier Cathare die oostelijk richting Middellandse Zee loopt en de Route des Bonhommes die de enige échte vluchtroute zuidelijk was van de Katharen over de Pyreneeën naar het gastvrije Spanje, dat de Kathaarse herders zo goed kenden van hun jaarlijkse transhumance zomertrek voor hun kudden schapen. Ik heb gekozen voor de eerste, gezien de vele ruïnes en kastelen op die route die de geschiedenis van de Katharen vertelt. Als u meer wil weten over het leven der Katharen raad ik zeker het boek ‘Montaillou’ aan (dorpje dicht bij Comus) van Emmanuel Le Roy Ladurie, een 500 blz. turf die ik meezeul en zo snel mogelijk wil achterlaten wegens overgewicht…

Gisteren was ik weerom de enige gast en voor vanavond is er niemand geboekt, Madame Anna zal dan ook haar deuren sluiten die – toen ik er gisteren rond 13 uur aankwam – wijdopen stonden. Toen ik haar opbelde om mijn aankomst te melden, deelde ze me mee dat ze pas tegen 17 uur zou arriveren. Je moet het in België maar eens proberen om voordeur, achterdeur, keuken, slaapkamers enz een ganse dag open te laten !

En ja, voor het avondeten wordt ik weer op franse wijze uitgebreid verwend met een homemade aperitief op basis van gentiaanwortel (!), pittige saucisson uit Andorra en een gigantische veau de blanc schotel met karaf wijn en plaatselijke kazen als toetje. ’s Nachts protesteert mijn darmgestel natuurlijk voor zoveel heerlijks, maar ik weet nu al dat desondanks het overvloedig zweten onderweg ik hier niet zal verhongeren, laat staan vermageren.


Voor vandaag staat een 20 km op het menu met overbrugging van het hoogste punt voor deze trektocht: de Col de la Gargante (1352m)  waarna zich een hoogplateau ontvouwt waarop ik een 360° panorama krijg van de streek en de bergen, met de burcht van Montsegur westelijk en  de route van gisteren die ik van hieruit kan reconstrueren. Vanaf de Col gaat het hoofdzakelijk in dalende lijn wat maakt dat ik de afstand van vandaag in evenveel tijd afleg als de 14 van gisteren. Waarmee ik bedoel dat het in de bergen niet zozeer aankomt op het aantal kilometers, maar eerder op de looptijd, bepaald door het stijg/daalpercentage van de route. Stijgen doe je gemiddeld 250m per uur, dalen 400 om een idee te geven.

Uiteindelijk slaag ik er na 4 dagen stappen toch in om verkeerd te lopen (dank u nonchalante franse wegaanduidingen) en moet ik de laatste kilometers langs een drukke baan over asfalt lopen, wat zo’n tegenstrijdig gevoel geeft tgo de koele bospaden en de weiden vol bloeiende lentebloemen en kruiden.

Espezel, eindbestemming voor vandaag, doet zijn siësta zoals die vele kleine Languedoc dorpjes, niets beweegt. Na het dagelijks ritueel van aankomst, zijnde: rugzak afladen, douchke nemen met ingebouwde wassessie voor kousen, shirt en wandelbroek (nu wel heel erg modderig na dagen bos- en moddergeploeter) doe ik een rondje locale verkenning.
In het enige open etablissement valt mijn oog direct op een uitgebreide tentoonstelling belgische bieren, voorwaar hier huist een belg van Aalst en al 10 jaar eigenaar van een hotel/bar/restaurant met de grappige naam: 100 unigue. Blijkt dat er heel wat belgen in deze streek hun stek gevonden hebben. Er staan dan ook tientallen huizen te koop. Geen zin gekregen in la vie tranquille van een dorp dat slaapt van ’s ochtends tot ’s avonds ? Leuk als tussendoortje misschien maar permanent toch een doorbijter van jewelste me dunkt !